Wat gebeurt er wanneer er gesproken wordt
“De mens is geen baas in eigen huis.” Met deze uitspraak gaf Freud aan dat wat we zeggen over onze motivaties verzinsels zijn. We zijn lustwezens, gespitst op het bevredigen van onze lusten. Maar in onze vroegste jeugdjaren schuift een scherm tussen ons primaire verlangen en de bevrediging ervan. We nemen de taal over van opvoeders, daarna van leermeesters, naasten en de sociale omgeving. We moeten die taal leren spreken, willen we deel gaan uitmaken van een gemeenschap. Met de taal die we leren, incorporeren we normen en waarden die niet vanuit onszelf komen, maar door anderen worden overgedragen.
Tegelijkertijd leert de ervaring ons dat we niet het centrum van de wereld zijn. We krijgen niet alles wat we willen. We passen ons sluipenderwijs aan en in. Maar wel blijft er een latente spanning bestaan tussen driften en ons gedrag. Die kan ons behoorlijk opbreken, soms met psychische gevolgen als ernstige depressies.
Op collectief niveau stelt taal ons tegelijkertijd tot veel in staat. Communicatie is een van de hoekstenen van een samenleving, misschien wel de belangrijkste. Onze infrastructuur, vervoer, handel, industrie, democratie en rechtsbescherming zouden zonder taal niet bestaan. Daarvoor is – vooral verbale – communicatie een sleutelfactor. Talige communicatie en met name waartoe ze ons op maatschappelijk niveau in staat stelt, is voor ons zo vanzelfsprekend dat we nauwelijks of geen aandacht meer schenken aan de grenzen van wat communicatie vermag. We zien vooral de mogelijkheden van er met elkaar in slagen om iets tot stand te brengen wat ons individueel niet zou lukken. Als we er niet in slagen een doel te verwezenlijken, wijten we dat aan persoonlijk onvermogen van degene die communiceert, of aan het tekortschieten van communicatieprofessionals die een boodschap niet over hebben kunnen dragen aan een beoogd publiek. Communicatieprofessionals zoeken op hun beurt naar inzichten, methoden en technieken die het effect van hun werk kunnen vergroten: het zou toch nog beter moeten kunnen door het volgen van trainingen en aanvullende opleidingen? De vraag is echter of dat klopt. Of tot op welke hoogte dat klopt.
Dialoog
Als belangrijke oorzaak van achterblijvende effectiviteit van communicatie wordt nogal eens naar voren gebracht dat er teveel wordt gesproken en te weinig geluisterd. Frasen als ‘de overheid zendt alleen’ en ‘er is geen dialoog’ zijn bijna gemeengoed. Maar wat is op de keper beschouwd een dialoog waard als er latent en vaak op onbewust niveau altijd spanning is tussen wat we willen en wat we zeggen. In onze talige uitingen verhullen we onze verlangens. We censureren onze eigen teksten. Ze zijn aangepast aan wat we denken dat algemeen geaccepteerd is. We zeggen niet: ik hoop dat hij een ernstige ziekte krijgt, omdat hij wel promotie krijgt en ik niet. Niet: ik zou je de kleren van het lijf willen rukken. Niet: ik haat mijn moeder, omdat ze mij altijd mijn broer als voorbeeld stelde en mij geen liefde gaf. Hoe vaak zeggen we niet geheel of ten dele iets anders dan wat in ons opkomt of wat we voelen. Hoe vaak beantwoorden we niet een vraag op zo’n manier dat onze uiting past bij het beeld dat we van onszelf willen hebben, of bij onze inschatting van wat de ander wil horen. We uiten onze gevoelens op een manier die niet overeenkomt met wat er in ons omgaat, omdat we onze gevoelens niet onder ogen durven of willen zien. Maar een scherpe waarnemer ziet de subtiele signalen van die incongruentie, zoals wegkijken, het aanspannen van de aangezichtsspieren of op zichzelf zinloze – maar niet betekenisloze – bewegingen van handen of voeten. Deze incongruenties hebben niets met liegen te maken. Liegen komt doorgaans voort uit een bewuste keuze, terwijl de voorgaande fenomenen veelal manifestaties van onbewuste processen zijn.
Wat is dan een gesprek of dialoog waard? Wat is de status van wat de ander of anderen zeggen? Wat is gecensureerd? Wat is retoriek in de zin van effectbejag? Kun je bouwen op hun uitingen? In hoeverre voorspelt een burgerberaad het gedrag? In hoeverre voorkomt het weerstand?
‘Als belangrijke oorzaak van achterblijvende effectiviteit van communicatie wordt nogal eens naar voren gebracht dat er teveel wordt gesproken en te weinig geluisterd’
Identiteit
Psychiater en filosoof Jacques Lacan borduurde met zijn ideeën voort op Freud, onder meer met zijn gedachten over identiteit.1 Onze identiteit is er niet meteen bij de geboorte of in het eerste levensjaar. Eerst is er de taal, dan de identiteit. Omdat onze gedachten over onszelf door onszelf gecensureerd zijn, is onze identiteit een artefact, een wensbeeld. Wat ik over mezelf zeg, is een constructie, een bouwwerk van verhalen over mezelf. We fantaseren ons kortom een zelfbeeld, een identiteit, een ego.
Communicatie en verandering
Effectief communiceren heeft de meeste kans op succes wanneer er geen directe persoonlijke consequenties voor het zelfbeeld van betrokkenen in het spel zijn: afspraken maken, planningen, informatie verstrekken. Zijn er wel persoonlijke consequenties voor het door de betrokkenen gecreëerde zelfbeeld, dan wordt de uitkomst ongewis. Wellicht is dat ook de reden waarom zoveel fusies en overnames teleurstellende resultaten laten zien. Het idee achter een fusie is mooi, er is sprake van voor beide partijen evidente voordelen. Maar het proces loopt spaak wanneer personen de eerste barsten in hun zelfbeeld zien ontstaan, of wanneer ze vrezen dat die zullen ontstaan. In het ultieme geval kan dat in het eindspel plaatsvinden, bij het bepalen wie de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur wordt.
De titel van dit artikel is ontleend aan de gelijknamige ondertitel van de studie van Samuel IJsseling, Retoriek en filosofie. (Bilthoven: Ambo, 1975).
1. Over Lacan en Freud verscheen in 2019 de studie van Marc de Kesel, Het Münchhausenparadigma. Waarom Freud en Lacan ertoe doen. Nijmegen: Van Tilt.
Dit artikel is ook gepubliceerd in C: hét communicatiemagazine van Nederland met de laatste trends en actualiteiten, inhoudelijke rapportages, spraakmakende projecten en diepte-interviews met communicatieprofessionals. Leden van Logeion ontvangen het vakblad acht keer per jaar gratis op de mat, maar ook wanneer je niet aangesloten bent bij de beroepsorganisatie kun jij je abonneren op dit full colour blad vol vakkennis.
Lees meer over C