'Wederzijds respect is nodig voor een diversvaardige samenleving'
Een tekort aan woningen, overvraagde voedselbanken, de klimaatramp, stagediscriminatie, tekort aan opvangplekken voor personen op de vlucht en lange wachtlijsten voor de geestelijke gezondheidszorg: maatschappelijke problemen en de ervaren polarisatie lijken met de dag toe te nemen. Hoe maak je deze ontwikkelingen bespreekbaar? Dat is waar Mounir Samuel – politicoloog, auteur en bekroond journalist – zich onder andere mee bezighoudt. Zijn meest recente boek Je mag ook niets meer zeggen moedigt je aan na te denken over de Nederlandse taal en de vele manieren waarop die mensen in- en uitsluit.
Samuel moedigt organisaties aan op zoek te gaan naar het grotere, overstijgende verhaal en om waarden te introduceren die de weg vrijmaken naar wat hij een ‘diversvaardige samenleving’ noemt. “Tijdens mijn werkzaamheden ontdekte ik dat veel bedrijven, theaters en musea, maar ook bijvoorbeeld overheids- en onderwijsinstellingen niet precies weten wat hun eigen waarden zijn, laat staan wat die betekenen. Ook merkte ik dat waarden in de praktijk vaak nauwelijks onder de medewerkers leven. De vele crises waar we op dit moment mee te maken hebben komen naar mijn idee voort uit het gebrek aan moreel-ethisch leiderschap. Velen van ons weten niet wie of wat we zijn of waar we ons gezamenlijk aan kunnen verbinden.”
Hoe zorg je ervoor dat iedereen zich bewust is van organisatiewaarden?
“Het is belangrijk om de gezamenlijke waarden van een organisatie te kennen en te onderschrijven. Niet door die van bovenaf op te leggen of door een extern bureau te laten bedenken, maar door hierover samen na te denken en met elkaar over in gesprek te gaan. Waarden leiden tot andere woorden, niet andersom. Zo krijg je een werkelijke cultuurverandering en taal die deze reflecteert. Zelf gaat het mij niet zozeer om hoe iemand wat zegt, maar wat die wil zeggen en waarom die daar bepaalde woorden voor gebruikt. Het is belangrijk ons ervan bewust te zijn dat taal werkelijkheden creëert en systemen in stand houdt. De Nederlandse taal reflecteert de normen van de machtsgroep, dat moet anders. Tegelijk is het ook heel leuk om zo actief met taal bezig te zijn en het helende effect te ervaren bij lezers en toehoorders die zich eindelijk in de taal herkennen of zich zelfs voor het eerst erkend voelen. Door de gelaagdheid van taal te vergroten en na te denken over datgene wat we zeggen, hoop ik mensen niet alleen hun recht te geven, maar ook recht te brengen. Daarnaast zorgt de introductie van waarden ervoor dat mensen een stuk ontvankelijker worden voor zowel nieuwe woorden, als een nieuwe taal. Het is een ding om te zeggen dat we anders moeten praten, om samen bij te dragen aan een inclusieve samenleving, maar het is iets anders om voor het eerst echt te beseffen wat voor verschillende machtssystemen de Nederlandse taal creëert. Systemen die tal van mensen buitensluiten of niet eens hun bestaan erkennen, zoals voor nonbinaire personen het geval is, en waarin taal, of letterlijk de achternaam van een individu, een grote rol spelen. De voortdurende uitsluiting van zoveel mensen wil ik graag, mede met mijn boek en de waarden die daarin staan, doorbreken.”
‘De grootste crisis waar we op dit moment mee te maken hebben komt voort uit het gebrek aan moreel-ethisch leiderschap'
Wat kan het communicatievak doen om gelijkwaardigheid te vergroten?
“Het is belangrijk dat mensen zich ervan bewust zijn dat de samenleving beweegt en dat er een duidelijke maatschappelijke roep om verandering is. Denk alleen al aan de herdenking van Ketikoti waar jaarlijks steeds meer mensen bij stilstaan, de demonstraties op de A12 en de groeiende aandacht voor genderinclusiviteit. Zelf vind ik dat je deze beweging als communicatieprofessional niet alleen moet begrijpen en volgen, maar ook dat je moet weten hoe je de beweging kunt overbrengen aan mensen die hier liever niet aan meedoen. Hoe iemand erop reageert is natuurlijk een individuele keuze, maar het is belangrijk dat de taal de tijdsgeest reflecteert en recht doet.
Daarnaast vind ik het haast een democratische plicht voor communicatieprofessionals om op zo’n manier te communiceren, dat zoveel mogelijk mensen de boodschap die je wil overbrengen, begrijpen. Ongeacht of iemand nou basisgeletterd is, een auditieve of visuele beperking heeft of het tempo van onze samenleving met moeite kan bijhouden. Toegankelijkmaking als werkwoord en dagelijkse praktijk dus. Communiceren op een manier waar iedereen wat aan heeft: dat is toch iets wat we allemaal willen? Daarbij is taal ontzettend interessant, mensen houden niet voor niets van spelletjes als Lingo en scrabble. Wanneer je je bewust bent van wat je zegt, merk je op hoe gek of pijnlijk sommige woorden en uitdrukkingen eigenlijk zijn.”
Diversvaardig te werk gaan: hoe doe je dat eigenlijk?
“Het huidige diversiteit- en inclusiedenken gaat nog steeds uit van een bestaande meerderheidsnorm waar in het gunstigste geval zogeheten minderheden aan mee mogen doen. Daarom pleit ik voor diversvaardigheid. Daarbij pleit ik ervoor om bewust op zoek te gaan naar schuring in leven, bewegen, eten, bidden en beminnen. Het samenbrengen dus van mensen met totaal verschillende wereldperspectieven, politieke voorkeuren, religieuze overtuigingen, levensstijlen, ervaringen, disciplines en sociale mobiliteit. Diversvaardigheid is een dagelijkse bezigheid waarin groei, lering en beweging zit. Het plaatst iedereen weer op eenzelfde startpunt. We moeten allemaal (opnieuw) leren met elkaars diversiteit om te gaan. Die beperkt zich niet tot voor het valide oog zichtbare identiteiten zoals kleur, geslacht en of iemand wel of geen hoofddoek draagt. De huidige communicatiewereld is naar mijn idee soms nog een soort Vinex-wijk: veel mensen lijken op elkaar, hebben eenzelfde soort auto, kijken dezelfde series op Netflix et cetera. Om hier verandering in te brengen, raad ik organisaties aan werk te maken van een representatiecorrectie of quotum. Zolang iemand die ene Achmed op de vloer is, is hij de facto altijd de woordvoerder namens alle Marokkaanse Nederlanders, moslims, mannen van kleur en meer. Maar als je drie Marokkaanse Nederlanders hebt die Achmed, Mohammed en Khalid heten, dan is het opeens ‘Oh, de ene Marokkaanse Nederlander is de ander niet,’ en kunnen mensen eindelijk hun eendimensionale identiteit overstijgen.
Om vervolgens echt een verdiepingsslag te maken raad ik organisaties aan om diversvaardigheid in te stellen als organisatie- en samenlevingsmodel. Een model dat je doet beseffen dat het geen zin heeft om ‘diverse' personen binnen te halen, wanneer je niet met elkaars onderlinge diversiteit om kunt gaan of deze mensen onbewust eigenlijk hetzelfde stemmen, denken en leven.”
Leer meer over inclusieve communicatie
Wat heb jij de afgelopen jaren zelf geleerd en welke les zou je mee willen geven?
“Vertraag op het moment dat je ongemak ervaart en vraag jezelf af waarom je een bepaalde emotie voelt. Nu is de neiging vaak om primair te reageren en het ongemak te externaliseren. Ik denk dat de samenleving – en wijzelf – veel meer ademruimte krijgen als we vaker bewust nadenken over onze ervaringen, datgene wat we voelen en wat daar nu eigenlijk echt aan ten grondslag ligt. De seconde dat je denkt dat je iets beter weet dan een ander, is elke kans op een gelijkwaardig gesprek verdwenen. Door je bewust te zijn van datgene wat je weet en wat je nog niet weet, ontstaat er een zekere nederigheid. En alleen door elkaar vanuit die nederigheid te benaderen en onze eigen emoties te bevragen, ontstaat er een vorm van betere zelfwaarneming, raakbaarheid, nieuwsgierigheid en wederzijdse compassie. Laten dat nu precies de ingrediënten zijn van een diversvaardige samenleving.”
Mounir Samuel (1989) is politicoloog, journalist, auteur, theater- en expositiemaker en cultureel ondernemer. In zijn dagelijks leven traint en ondersteunt hij de overheid en diverse bedrijven, organisaties en instellingen. Samen met hen houdt hij zich bezig met waardengerichte cultuurverandering op het gebied van de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals de klimaatcrisis. Zijn boek Je mag ook niets meer zeggen is genomineerd voor de Nederlandse taalboekenprijs.
Vakblad C
C is hét communicatiemagazine van Nederland en staat vol met de laatste trends en actualiteiten, inhoudelijke rapportages, spraakmakende campagnes en diepte-interviews met communicatieprofessionals. Het vakblad is gratis voor leden, maar ook andere vakgenoten kunnen gemakkelijk toegang verkrijgen tot dit vakblad