Logo Zoeken
Column

Uitnodigende communicatie

28 mei 2021Betteke van Ruler

De coronapandemie levert van alles op en ook reflectie op de communicatie. In het webinar dat het Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie, Logeion, de Academie voor Overheidscommunicatie, Adformatie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in maart organiseerden, zeiden de meeste sprekers dat het tijd werd om anders te communiceren. De theorie van invitational communication kan daarvoor een handvat zijn.

Betteke van Ruler 705x220.jpg

In 1995 schreven communicatiewetenschappers Sonja Foss en Cindy Griffin een monografie over de impliciete aanname dat de retorica (de kunst van het spreken in het openbaar, hun specialisme) erop is gericht om de ander zo goed mogelijk te overreden: ‘my perspective is right and yours is wrong’. Daarmee wordt, zeiden zij, het perspectief van de ander automatisch als verkeerd of stom neergezet. Hoe kun je het perspectief van de ander serieus nemen zonder je eigen perspectief te verloochenen? Dat werd het concept van de uitnodigende communicatie: laat door de wijze waarop je communiceert zien dat je het perspectief van de ander niet stom vindt maar dat je hem of haar graag uitnodigt om jouw perspectief met het eigen perspectief te vergelijken en op basis daarvan een keuze te maken en het eigen perspectief wel of niet helemaal of gedeeltelijk aan te passen. Hierbij hoort ook dat je bereid bent om zelf een stukje op te schuiven als dat relevant is.

Communicatie en omgaan met verschillen

In een later boek werken Sonja Foss en Karen Foss (2019) dit idee verder uit als methode voor omgang met verschillen. Dat kun je op verschillende manieren doen. Allereerst door in je eigen bubbel te blijven en jezelf dus te isoleren. Je kunt ook de ander veroordelen door te laten zien dat die ander gek is. Wat nog ernstiger is, zeggen zij, is een hele groep over één kam scheren door ervan uit te gaan dat de hele groep dezelfde ideeën zal hebben, stereotypering dus. Een derde manier is om de ander te proberen te veranderen door je op een bepaalde manier uit te spreken tegenover hen. En daarvoor zien zij vier verschillende tactieken: a. de overvaltactiek (de ander aan je kant zien te krijgen met alle mogelijke middelen die er zijn, zoals inspelen op emotie of macht), b. de overredingstactiek (de ander met argumenten van perspectief laten veranderen), c. de weldoenerstactiek (de ander – ongevraagd – informatie geven om te laten zien dat het beter voor hem of haar is om van perspectief te veranderen) en d. de opvoedingstactiek (de ander ondersteunen – met gevraagde informatie – om zelf tot inzicht te komen dat hij of zij beter van perspectief kan veranderen).

Uitnodigend communiceren

Hoe je het ook keert of wendt, zeggen zij, bij al die tactieken blijft overeind dat jouw perspectief goed is en dat van de ander fout. Hun concept van uitnodigende communicatie zien zij als een goed alternatief. Dat begint met het leren kennen en serieus nemen van de perspectieven van anderen. Ieder perspectief is een interpretatie van de werkelijkheid en per definitie beperkt, zeggen zij: ‘Unless you reach out to and deliberately seek to understand other perspectives, you will only have access to one interpretation of the situation – yours!” (Foss & Foss, p.7).

Het helpt je niet om te zeggen dat je andere perspectieven tolereert, je moet ze ook waarderen, al is het maar op onderdelen. Dat levert namelijk collectieve wijsheid op: met elkaar weet je meer dan ieder apart. En dat is heel anders dan een ander in zijn sop laten gaarkoken, zoals bij tolerantie het geval is. Tolerantie levert uiteindelijk vooral afstand, waarschuwen zij. Als je uit bent op collectieve wijsheid krijg je inclusie.

Taal doet er toe

Foss en Foss schrijven dat deze manier van naar buiten treden voor alles een kwestie is van mindset, je moet bereid zijn om je open te stellen en te leren. Daarmee hoef je je eigen perspectief niet los te laten maar wel bereid zijn om in te zien dat dit ook maar een interpretatie is. Luisteren, leren, je ontwikkelen, bereid zijn nieuwe ideeën mee te nemen en dat ook te laten zien, dat zijn allemaal elementen van uitnodigende communicatie. Zij benadrukken dat dit vooral zit in hoe je dingen zegt, in taalgebruik dus, zoals Watzlawick ook zo mooi heeft beschreven (zie C#8, 2020).

Anders dan dialoog

Het concept van de uitnodigende communicatie lijkt een beetje op dat van de dialoog. In de dialoog bied je ook jouw perspectief aan als een optie en mogen anderen dat ook doen. Maar de dialoog legt de nadruk op de uitwisseling. Wat ik aantrekkelijk vind van invitational communication is dat de nadruk ligt op één spreker en hoe die zich uit tegenover een publiek. Het is dus niet per se een vorm van interactie, zoals bij de dialoog wel het geval is. Het concept lijkt op het eerste gezicht ook wel op klassieke voorlichting, in de betekenis van ‘hulp bij menings- en besluitvorming’. Maar daarbij is altijd de aanname geweest dat de spreker het gelijk aan zijn kant heeft. Dus feitelijk is dat meer een tactiek van overreding of van het goed willen doen dan van uitnodigende communicatie.

Binnen de overheid speelt op het ogenblik het concept van uitnodigend besturen, zoals beschreven door hoogleraar Arwin van Buuren. Mooi om bij aan te sluiten met de principes van uitnodigend communiceren.

Literatuur: Arwin van Buuren (2018). Uitnodigend besturen: het organiseren van ruimte voor initiatief. Rotterdam: Erasmus Universiteit. Sonja Foss & Cindy Griffin (1995). Beyond persuasion: a proposal for an invitational rhetoric, Communication Monographs, vol 62. Sonja Foss & Karen Foss (2019). Inviting transformation, presentational speaking for a changing world. Long Grove, IL: Waveland Press.