Wie is wie in de wetenschap: Strategische communicatie vraagt om digitale inclusie
Eigenlijk ben ik al sinds 2003 verbonden aan de Universiteit Twente, zo schrijft Alexander van Deursen, adjunct-hoogleraar Communicatiewetenschap en voorzitter van de vakgroep Communicatiewetenschap aan de universiteit van Twente. Na mijn studie Informatica in Eindhoven raakte ik steeds meer geïnteresseerd in de menskant van de techniek. Wie zijn eigenlijk die gebruikers van technologie? Ik werkte al een jaar als programmeur, toen ik besloot Communicatiewetenschappen te gaan studeren aan de Universiteit Twente. Een tweejarige master Nieuwe Media en Communicatie, zoals dat toen nog heette. De Universiteit van Twente is de ‘ultimate people-first university of technology’. En ook zijn we gericht op het versterken van de samenleving met duurzame oplossingen. Mijn onderzoek past daar heel goed bij.
Knoppenkennis
In Nederland heeft bijna iedereen toegang tot internet (CBS 98% in 2020). Toch betekent dat niet dat iedereen in dezelfde mate profiteert. Internet stelt veel eisen aan haar gebruikers en nu steeds meer informatie en diensten voornamelijk online beschikbaar zijn, levert dat problemen op en worden traditionele vormen van ongelijkheid versterkt. Laagopgeleiden bijvoorbeeld, gebruiken internet relatief veel voor vermaak, terwijl hoogopgeleiden het relatief vaak inzetten voor werk en studie, of andere zaken waarmee je je positie in de samenleving verbetert. Met de operationele vaardigheden, de knoppenkennis, zit het bij de meeste groepen wel goed. Maar met name informatie kritisch beoordelen, sociale media veilig gebruiken, of het creëren van attractieve content is moeilijk voor groepen mensen. Ik ontwikkelde een raamwerk voor digitale vaardigheden dat zichtbaar maakt welke vaardigheden nodig zijn bij het gebruik van technologie en input geeft voor beleid om de huidige niveaus te verbeteren.
Digitale inclusie
In het afgelopen decennium voerde ik veel onderzoeken naar digitale inclusie uit. Dat heeft geleid tot verschillende beleidsadviezen gericht op een inclusieve samenleving waarin iedereen de digitale vruchten van kan plukken. Een rapport gepubliceerd in 2018 geeft een mooi overzicht van dit onderzoek naar digitale inclusie in Nederland. Dit rapport laat zien dat mensen die het meest van internet zouden kunnen profiteren, dat het minst doen. Zo worden achterblijvers in de digitale samenleving verder gemarginaliseerd, was de tamelijk schokkende conclusie. Vanuit het Centrum voor Digitale Inclusie worden de verschillende onderzoeken gecoördineerd. Recente onderzoeksvoorbeelden zijn de effecten van de pandemie op digitale ongelijkheid, of de rol van IQ in het digitale ongelijkheidsdebat.
- Het volgende artikel over diversvaardigheid vind je misschien ook wel interessant: ''De marketing-communicatiesector is zo inclusief nog niet''
Digitale inclusie op het werk
Een andere onderzoekslijn gaat over de digitale vaardigheden die je nodig hebt in de werksituatie en wat je kunt doen om die vaardigheden te ontwikkelen. Twee aio’s van onze vakgroep deden langdurig onderzoek naar zogenaamde 21th century digital skills in de creatieve industrie. De resultaten zouden mogelijk ook interessant kunnen zijn voor communicatieprofessionals, gezien het toenemende belang van digitale vaardigheden in het communicatievak. Hoe verhoudt het BNP zich tot het door ons ontwikkelde 21e-eeuwse digital vaardigheden raamwerk?
Smart Society
De afgelopen jaren heb ik meer aandacht besteed aan digitale inclusie in de ‘smart society’. Door het Internet of Things (IoT) hebben mensen opeens met een systeem te maken waarin apparaten met andere apparaten communiceren en met andere gebruikers die ook weer onderling communiceren. De hoeveelheid verzamelde data neemt toe en wordt alsmaar complexer. De ratio achter al die processen zal de gemiddelde gebruiker ontgaan, evenals de mogelijke consequenties van beslissingen die worden genomen. Systemen voor het internet der dingen zo gebruiken dat iemand daar zelf beter van wordt, vereist een hoog niveau van strategische vaardigheden. Dankzij een NWO VIDI-subsidie zijn we gestart met het project ‘Any Thing for Anyone’. Smart horloges en slimme koelkasten zijn handig, maar consumenten zijn vaak niet bekend met de opties die ze hebben als het gaat over dataverzameling en verwerking. Publiciteit over alle voor- en nadelen, en bewuste omgang met het internet der dingen is absoluut vereist. In het project gaan we op zoek naar de mechanismes die deze vaardigheden beïnvloeden, om mensen beter in staat te kunnen stellen van de voordelen van het IoT te profiteren.
Verbinden
Net zoals ik vanuit de technologie de communicatie ben gaan onderzoeken, zouden communicatieprofessionals technologie moeten omarmen. Is de communicatieaanpak van jouw organisatie voldoende digitaal inclusief? Voor het Centrum Strategische Communicatie van Logeion waarvan wij als universiteit partner zijn, zie ik vooral een rol als verbinder voor inclusieve communicatie. Het onderzoek dat aan universiteiten en hogeschool plaatsvindt naar de praktijk brengen, en andersom praktijkvragen inbrengen bij de wetenschap. Er gebeurt hier in Twente uitermate boeiend en relevant onderzoek en vanuit mijn vakgroep zouden we beslist mee willen doen aan de reeks webinars die onder de vlag van het CSC plaatsvinden.
Lees meer over Alexander van Deursen en zijn onderzoek op https://www.alexandervandeursen.nl/.
In het najaar geeft Alexander van Deursen een CSC-webinar over het onderwerp Digitale inclusie. Nadere informatie volgt.