Landjepik is zo old school
Afgelopen week organiseerden we een hartstikke boeiend online rondetafelgesprek met Ronald Voorn en Betteke van Ruler over wat marketing en communicatie elkaar hebben te bieden. Heel veel, dat werd al snel duidelijkl! Gelet op het aantal reacties in de chat tijdens de sessie was het een actueel onderwerp. En laten we eerlijk zijn: dat is het al tientallen jaren. Dat zal het ook nog tientallen jaren blijven. Dat bleek ook wel uit één van de uitkomsten van de sessie: het idee om een groep marketeers en communicatieprofessionals in korte tijd samen aan een vraagstuk te laten werken. Het mooie nieuws is dat de opdracht er inmiddels al is. We kunnen dus op korte termijn samen aan de slag.
Met de nadruk op samen, samen met onze vakgenoten van de NIMA. We kennen allemaal het spanningsgveld tussen marketing en communicatie en ook ik heb me in mijn loopbaan weleens schuldig gemaakt aan de wij-zij-discussie. Uiteindelijk heb ik geleerd dat het de verkeerde discussie is. Het kost veel energie en leidt vaak tot frustraties. Natuurlijk moet je af en toe op je strepen staan, maar dan wel op basis van de vakinhoud en je professionele inzichten. Enbij voorkeur gedreven door data en onderzoek in plaats van een onderbuikgevoel. Dat houdt iedereen scherp en levert uiteindelijk de beste resultaten op. Het interesseert de (interne) opdrachtgever of stakeholders namelijk geen moer wie er nu aan het roer staat van bepaalde campagnes of strategieën.
Niet alleen tussen marketing en communicatie wordt vaak een verkeerde strijd gevoerd. Datzelfde geldt ook voor communicatie en HR. Of om het heel praktisch te maken: Wie is nu verantwoordelijk voor interne communicatie? Dat is de verkeerde discussie en verspilling van energie. Of zoals ik mijn wens verwoord heb in ‘Happy Change’, het nieuwe boek van Bea Aernoutse en Marianne Jaarsma: “dat er binnen organisaties minder sprake is van landjepik.” Alleen door intensief met elkaar samen te werken voeg je waarde toe. Voor je organisatie, voor je team en voor jezelf. Dat biedt ons en ons vak een mooie toekomst met ongekende mogelijkheden. Waarbij we veel van andere disciplines kunnen leren en ook andere disciplines en collega’s veel kunnen bieden. Is dat geen mooi perspectief?