Blog van de voorzitter: Is woordvoering een nieuwe taak voor toezichthouders?
"Politici moeten hun toon matigen." Dat zei Henk Breukink, commissaris bij ING, vorige week zaterdag in de NRC. ING trof een recordschikking van 775 miljoen euro met het Openbaar Ministerie, omdat klanten jarenlang ING-rekeningen konden gebruiken om geld wit te wassen. Daarna kwam er vanuit de politiek, maar ook vanuit andere delen van de samenleving, veel kritiek op deze bank. Een opmerkelijke uitspraak. ING had een grote fout gemaakt door niet in te grijpen bij de witwasactiviteiten.
Dan kun je in ieder geval twee dingen verwachten: dat het je geld gaat kosten in de vorm van een boete of een schikking en dat je kritiek krijgt. Om dan, weliswaar op persoonlijke titel, maar als toezichthouder in de media te stellen dat politici 'extra kolen op het vuur gooien' is op zijn minst onhandig. Communicatief onhandig en als toezichthouder onhandig.
Aan het eind van het interview gebeurde er nog iets raars. De interviewer vroeg hoe Breukink zijn rol ziet. En Breukink 'wilde het daar niet over hebben'. En die uitspraak is wel begrijpelijk. Een toezichthouder is geen woordvoerder. Hij heeft de werkgeversrol richting de board, adviseert en houdt toezicht. Als het even kan onafhankelijk. Daarvoor pleit ook de Gedragscode voor Commissarissen en Toezichthouders uit 2009. In Nederland hebben we veelal het systeem van de 'two tier board'; de toezichthouders maken geen onderdeel uit van de board. Daar is over nagedacht.
Maar misschien heeft Breukink toch een trend gezet. Mijn oog viel op een vacature, waarin een toezichthouder werd gevraagd. Taken: werkgeversrol, sparringpartner en toezichthouder. Daarnaast diende deze toezichthouder ook als woordvoerder op te kunnen treden. Gaat het werkveld van woordvoerders zich nu ook uitstrekken tot de Raden van Commissarissen en van Toezichthouders?